Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen over het programma A2 Deil-Vught. Klikt u op een van onderstaande thema's, dan wordt u rechstreeks doorverwezen naar de bijbehorende vragen.
Thema's
Wat is het programma?
Uit onderzoek blijkt dat de A2 tussen de knooppunten Deil en Vught uitgroeit tot een van de grootste fileknelpunten van Nederland. Daarom besloot de minister van Infrastructuur en Waterstaat in 2018 een verkenning te starten naar een oplossing voor dit probleem. Uit deze opdracht is het programma A2 Deil-Vught ontstaan.
Wie werken er samen in het programma?
In het programma A2 Deil-Vught werken de volgende partijen samen: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat, de provincie Gelderland, de provincie Noord-Brabant, regio Rivierenland en de gemeente ’s-Hertogenbosch.
Hoe ziet het programma eruit?
Het programma bestaat grofweg uit twee soorten maatregelen. Het programma werkt op de lange termijn (na 2025) volgens het MIRT aan maatregelen om de regio bereikbaar te houden. Daarnaast vinden er nu al korte termijn maatregelen (tot en met 2025) plaats om de drukte op de A2 te verminderen en de veiligheid te vergroten. Deze maatregelen bestaan onder meer uit de inzet van incidentcamera's en slimme verkeerslichten en het verbeteren van parkeermogelijkheden voor fiets en auto bij stations in de hele regio.
Waarom gaat na 10 jaar weer alles op de schop?
Uit berekeningen blijkt dat zonder ingrijpen de weg de drukte niet meer aan kan in 2030. Dan staat de A2 in de top 5 van fileknooppunten in Nederland.
Hoeveel geld is er beschikbaar?
De maatregelen voor de korte termijn (tot en met 2025) kosten samen bijna 46 miljoen euro. Het gaat hierbij om maatregelen voor zowel de auto, de fiets en het openbaar vervoer die tussen 2019 en 2025 gerealiseerd worden. De betrokken partijen (het Rijk, provincie Gelderland, provincie Noord-Brabant, Regio Rivierenland en de gemeente ’s-Hertogenbosch) hebben zich samen garant gesteld voor de financiering hiervan. Om de problemen op de A2 op de lange termijn op te lossen, is 830 miljoen euro gereserveerd op de meerjarenbegroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Wat zijn meekoppelkansen en hoe worden die meegenomen?
Een meekoppelkans is “een bovenwettelijke maatregel of project dat raakt aan het project A2 Deil-Vught, maar niet meteen bijdraagt aan de doelstellingen daarvan.” Bij meekoppelen gaat het om het meenemen van aanvullende doelstellingen van partijen (zowel overheden als derden) in de regio. Daarmee kan het programma meerwaarde creëren. Een meekoppelkans kan bijvoorbeeld kansen bieden om de leefbaarheid te verbeteren, problemen in de directe omgeving van de A2 op te lossen, werk- met werk te maken of andere kwaliteiten en functies toe te voegen aan het gebied. Een meekoppelkans wordt aangedragen en getrokken door een lokale, regionale of landelijke partij. De trekker is verantwoordelijk voor de inhoudelijke uitwerking, tijdig rondkrijgen van de financiering van de meerkosten, beheersing van risico’s en besluitvorming.
Wat is MIRT?
MIRT staat voor: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Het is een uitvoeringsprogramma van de rijksoverheid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt daarin samen met andere overheden aan ruimtelijke projecten en programma's voor elke regio in Nederland. Het programma A2 Deil-Vught maakt onderdeel uit van het MIRT. Klik hier voor meer informatie over MIRT.
Wat zijn de verschillende fasen van een MIRT-traject?
In een MIRT-traject werken de partijen in fasen toe naar een steeds concretere invulling van de opgave. Een traject is op te delen in drie fasen. In de verkenningsfase worden door middel van een grondige probleemanalyse verschillende oplossingen voor de opgave uitgewerkt. Uiteindelijk blijft er één oplossing over. Deze oplossing wordt in de planuitwerkingsfase in detail uitgewerkt. Uiteindelijk is er de realisatiefase. Dan gaat de schop in de grond en wordt de oplossing gerealiseerd.
In welke fase bevindt het programma A2 Deil-Vught zich nu?
Het programma bevindt zich op dit moment in de verkenningsfase.
Waar werkt het programma op dit moment aan?
Het programma werkt op dit moment aan de definitieve structuurvisie. Deze bevat het pakket aan maatregelen om de problemen op en rond de A2 aan te pakken. In de zomer van 2021 presenteerde het programma al een conceptversie van deze structuurvisie. Voor burgers en bedrijven was het mogelijk om een mening te geven over de plannen via een zienswijzeprocedure.
Wanneer is de MIRT- verkenning van start gegaan?
Toenmalig minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft op 4 juni 2018 samen met de betrokken regionale bestuurders de startbeslissing voor de MIRT-verkenning knooppunt Deil - 's-Hertogenbosch - knooppunt Vught getekend. Daarmee was de weg vrij voor de MIRT-verkenning naar een verbetering van de doorstroming op de A2 tussen Deil en Vught. De minister en de regionale partners willen hiermee voorkomen dat de A2 in de toekomst in de top-10 van dagelijkse files komt te staan.
Wat is een startbeslissing?
De startbeslissing is het besluit van de minister om te starten met de verkenning. Hierin is onder andere het doel van de verkenning, over welk gebied de verkenning gaat en wat de focus is van het onderzoek. De startbeslissing is de formele opdracht waar het programma mee werkt.
Hoe ziet de planning eruit?
Startbeslissing A2 Deil – ’s-Hertogenbosch – Vught
Realisatie kleine maatregelen / Quick Wins
Wie gaat er uiteindelijk een beslissing nemen?
De minister van Infrastructuur en Waterstaat (Mark Harbers) beslist. De betrokken bestuurders van de partners (verenigd in de stuurgroep A2 Deil-Vught) adviseren de minister daarbij.
Wat gaat er op de A2 zelf gebeuren (volgens de concept-voorkeursbeslissing)?
De concept-voorkeursbeslissing bestaat uit verschillende onderdelen:
- Een concept-voorkeursalternatief voor de A2 Deil – ’s-Hertogenbosch – Vught. Dit concept-voorkeursalternatief bestaat weer uit twee onderdelen:
- Maatregelen aan de infrastructuur op en vlak langs de A2. Daarvoor reserveert het Rijk een bedrag van 830 miljoen euro.
- Een daarbij horend regionaal pakket aan brede mobiliteitsmaatregelen. Dat noemt het programma het Brede Mobiliteitspakket, Het zijn onder andere maatregelen op het vlak van werkgeversbenadering, fiets, smart mobility, verkeersmanagement en regionaal openbaar vervoer. Dit pakket is aanvullend aan het bestaande pakket van korte termijn maatregelen en kost 45 miljoen euro. De Brabantse regio (provincie Noord-Brabant en gemeente ’s-Hertogenbosch) heeft daarvoor 22,5 miljoen euro toegezegd. De Gelderse regio (provincie Gelderland en Regio Rivierenland) spant zich in om maximaal hetzelfde bedrag toe te zeggen. Dit wordt gedaan op basis van de verdere uitwerking van de maatregelen.
- Aanvullende mobiliteitsmaatregelen om het mobiliteitssysteem rond de A2 te verbeteren. Voorbeelden daarvan zijn:
- Maatregelen bij Waardenburg en Velddriel om de leefbaarheid te verbeteren en sluipverkeer tegen te gaan.
- Maatregelen om de bereikbaarheid aan de oostzijde van ’s-Hertogenbosch te verbeteren (Empel, Groote Wielen, Rosmalen). Denk daarbij aan aanpassingen aan het wegennet rondom de aansluiting Rosmalen (Bruistensingel). Hiervoor is 10 miljoen euro gereserveerd.
- Daarnaast is afgesproken dat het Rijk en de Provincie Gelderland in gesprek gaan over de A15 tussen Deil en Valburg. Dit doen ze als de nieuwe verkeersvoorspellingen voor 2030/2040 daar aanleiding voor geven. Die cijfers komen in de loop van 2021 beschikbaar.
Wat gaat er op de A2 zelf gebeuren (volgens het concept voorkeursalternatief)?
Het concept-voorkeursalternatief is nog niet definitief. Zo zijn er nog een aantal punten die uitgezocht moeten worden.
De maatregelen die aan en vlak langs de A2 zelf worden genomen zijn:
- Op het gedeelte Deil-Empel komt een extra rijstrook aan beide kanten. De weg wordt daar 2x4 rijstroken breed (nu 2x3).
- Een extra brug over de Waal, tussen de huidige brug en de spoorbrug. Het verkeer richting het noorden gaat gebruik maken van deze brug.
- Een extra brug over de Maas, ten oosten van de huidige brug. Ook hier gaat het verkeer richting het noorden gebruik maken van deze brug.
- De parallelbanen van de A2 bij ’s-Hertogenbosch krijgen overal 3 rijstroken. Op zowel de hoofdrijbanen als de parallelbanen wordt de snelheid structureel 100 km/uur.
- Verbeteringen in Knooppunt Deil.
- Verbeteren van de bestaande aansluiting Waardenburg.
- Combineren van de invoeg-/uitvoegstroken op de A59 bij ’s-Hertogenbosch tussen Maaspoort en knooppunt Empel.
Een aantal onderzochte maatregelen is niet terecht gekomen in het concept-voorkeursalternatief. Dit zijn:
- De verplaatsing van aansluiting Waardenburg
- Een nieuwe aansluiting bij Empel.
- Extra fietspaden over de nieuwe bruggen.
Wat gebeurt er met de aansluiting Waardenburg in het concept voorkeursalternatief?
De aansluiting Waardenburg blijft op de bestaande locatie. Uit onderzoek blijkt dat verplaatsing van de aansluiting voor de doorstroming op de A2 niet voldoende verschil maakt ten opzichte van geen verplaatsing. Voor de verkeersveiligheid op de A2 blijkt dat het verplaatsen voor- en nadelen heeft. De conclusie is dat er verkeerskundig niet voldoende reden is voor een verplaatsing van de aansluiting Waardenburg. Tegelijk met de uitwerking van de inpassing en verbetering van de aansluiting Waardenburg werken de provincie Gelderland en de Regio Rivierenland aan oplossingen voor leefbaarheid en het sluipverkeer.
Hoe zorgt het programma voor een betere doorstroming in Waardenburg?
Aan de oostzijde van de A2 bij afrit Waardenburg zorgen slimme verkeerslichten voor een betere afwikkeling op het onderliggend wegennet. Dat is goed voor de verkeersveiligheid en doorstroming onderaan de afrit van de A2. Hierdoor neemt ook de kans op filevorming op de A2 af. Aan de westzijde van de A2, voor de toerit naar het zuiden, is er een toeritdoseringsinstallatie. Deze installatie regelt in de avondspits hoeveel voertuigen op een bepaald moment invoegen op de A2 waardoor de kans op filevorming op de A2 afneemt. Deze maatregelen dragen – nog voor realisatie van de verbreding van de A2 – bij aan een duidelijke verbetering van de verkeersafwikkeling onderaan de afrit en op de Steenweg (N830). De verbreding van de A2 volgens het MIRT-traject zorgt vervolgens nog voor een afname in sluipverkeer waardoor de doorstroming en veiligheid toenemen.
Wat is er besloten over de aansluiting Empel en Rosmalen?
Rondom de aansluiting Rosmalen (Bruistensingel) en knooppunt Empel zijn er nu een aantal problemen:
- Op dit deel van de A2 staan veel files
- Het vele in- en uitvoegende verkeer zorgt voor een onveilige situatie met verkeersongevallen tot gevolg.
- Vanuit Rosmalen en de wijken Empel en De Groote Wielen is het vaak lastig om de A2 te bereiken. Vooral in de spits is het druk op het gemeentelijke wegennet. Daardoor loopt de aansluiting Rosmalen vast. Door toekomstige woningbouw op de Groote Wielen, kan dit nog erger worden.
Binnen het programma kijken we naar maatregelen om de situatie te verbeteren. Zo is er gekeken naar de mogelijkheid van een extra aansluiting tussen knooppunt Empel en de Maasbrug. Een andere mogelijke oplossing is het toevoegen van een ‘extra arm’ aan knooppunt Empel richting de Groote Wielen/Rosmalen. Beide oplossingen blijken technisch niet haalbaar. Daarnaast geven ze nauwelijks een verbetering van de doorstroming op de A2. Wel hebben ze grote gevolgen voor de omgeving (verdwijnen van woningen en bedrijven, aantasting natuurwaarden) en gaat de verkeersveiligheid op de A2 erop achteruit.
De gemeente werkt aan een pakket aan maatregelen waarmee de bereikbaarheid aan de oostzijde van ’s-Hertogenbosch verbeterd kan worden. Denk aan aanpassingen op het onderliggende wegennet, met name nabij de aansluiting Rosmalen (Bruistensingel). Daarvoor is 10 miljoen euro gereserveerd.
Bij de onderzoeken worden de bewoners betrokken. De studie start waarschijnlijk in het najaar van 2021.
Wat zijn de plannen voor knooppunt Deil?
De onderzoeken naar een verbetering van knooppunt Deil zijn begin 2021 afgerond. Het gaat hierbij met name om de verbindingen van het oosten (A15) naar het zuiden (A2) en van het zuiden (A2) naar het westen (A15). De voorstellen moeten zorgen voor een verbetering van de verkeersveiligheid en de doorstroming op het knooppunt. Voor meer informatie over het knooppunt kunt u twee rapporten lezen
Wanneer neemt de minister een definitieve beslissing?
De termijn voor het vaststellen van het voorkeursbesluit is nog niet bekend. Na vaststelling start de planuitwerkingsfase. Die zal circa 3 jaar duren. In de planuitwerking wordt het voorkeursalternatief in detail uitgewerkt tot een Tracébesluit.
Hoe wordt er binnen de MIRT-verkenning omgegaan met de geluidsoverlast, luchtkwaliteit en natuur?
Het programma kijkt in het MIRT-traject vooral naar de toekomstige situatie met betrekking tot doorstroming en veiligheid op de A2. De maatregelen uit de structuurvisie moeten onder andere passen binnen de geldende wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit en geluid. In de planuitwerking worden de voorgestelde oplossingen uitgebreid beoordeeld op deze aspecten. Ook kijkt het programma naar de gevolgen van de stikstofdepositie bij aanpassingen van de weg.
Waar kan ik terecht met vragen over geluidsoverlast en luchtkwaliteit in de huidige situatie?
Het monitoren van de huidige situatie en het (waar nodig) treffen van maatregelen is belegd bij Rijkswaterstaat. Klik hier voor uitgebreide informatie over de geluidswetgeving.
Voor meer informatie over luchtkwaliteit klikt u hier. Heeft u verdere vragen, neem dan contact op met Rijkswaterstaat.
Hoe is het participatieproces georganiseerd?
Het programma kent een intensief participatieproces samen met de omgeving. Dat zijn onder andere mensen die in de buurt van de A2 wonen, weggebruikers, bedrijven, betrokken overheden en belangenorganisaties. In iedere stap van de verkenning organiseert het programma werksessies met weggebruikers en omwonenden. Daarnaast zijn er bredere informatiebijeenkomsten waar alle geïnteresseerden kennis kunnen nemen van de voortgang en resultaten van de verkenning. Ten tijde van de COVID-19 maatregelen vinden bijeenkomsten online plaats. De stuurgroep wordt geadviseerd door zowel een maatschappelijke als een bestuurlijke adviesgroep. Daarin zijn belangengroepen en overheden vertegenwoordigd.
Waarom wordt de omgeving ook bij het proces betrokken?
Het programma gaat graag in gesprek met de omgeving. Zij kennen de weg het beste en weten welke knelpunten er spelen. Door hen te betrekken in het onderzoek worden er gedragen oplossingsrichtingen bedacht, die aansluiten bij de knelpunten die de omgeving ervaart.
Waar kan ik info vinden over het project en het participatieproces?
Op deze website kunt u alle info over het project en participatieproces vinden. Daarnaast kunt u zich aanmelden voor de nieuwsbrief zodat u automatisch op de hoogte blijft van het laatste nieuws.
Hoe komt duurzaamheid terug in de verkenning?
Duurzaamheid is een belangrijk onderwerp in het MIRT-traject. Duurzaamheid is onderdeel van het beoordelingskader en de uitwerking van de opgave. Het gaat hierbij om meer dan alleen de beoordeling van effecten en of ze passen binnen wettelijke regels. Het programma kijkt ook naar aanvullende ambities en welke duurzaamheidskansen meegenomen kunnen worden.
De verkenning eindigt met een notitie haalbare kansen voor duurzaamheid, die de gezamenlijk vastgestelde duurzaamheidsambities voor de vervolgfasen van het project en waar mogelijk ook al de eerste te nemen maatregelen omvat.